Nicolaas Wilhelmus BLOM, Schepen van Gorinchem/Burgemeester 1817, geboren op 31 10 1760 te Gorinchem, gedoopt op 02 11 1760 te Gorinchem, overleden op 19 10 1818 te Gorinchem op 57 jarige leeftijd, zoon van Johannes Stephanus BLUM en Jesina van DOORN.
Gehuwd op 29 jarige leeftijd op 07 03 1790 te Vlijmen met Cornelia Maria LIESHOUT, 22 jaar oud, gedoopt op 20 09 1767 te Vlijmen, overleden op 25 01 1823 te Gorinchem op 55 jarige leeftijd.
Uit dit huwelijk:
1. Abraham, 2e Luitenant, gedoopt op 20 10 1790 te Gorinchem, overleden 21 04 1813 te Stettin (Polen) op 22 jarige leeftijd.
2. Sara, gedoopt op 20 10 1790 te Gorinchem, begraven op 26 08 1791 in het noorderkoor van de Grote kerk te Gorinchem, 10 maanden oud.
3. Mr. Gerardus, Procureur, geboren op 09 03 1792 te Gorinchem, gedoopt op 21 03 1792 te Gorinchem, overleden op 06 11 1850 te Gorinchem op 58 jarige leeftijd.
4. Sara, gedoopt op 18 10 1793 te Gorinchem, overleden op 08 08 1840 te Kleef op 36 jarigeleeftijd.Gehuwd met Bartholomeus de Bruijn Ouboter
5. Johannes Stephanus Josinus, geboren op 21 03 1801 te Gorinchem, overleden op 15 01 1802 te Gorinchem, 9 maanden oud.
6. Jennetta, gedoopt op 30 03 1803 te Gorinchem, overleden op 09 09 1806 te Gorinchem op 3 jarige leeftijd.

Nicolaas Wilhelmus wordt voor het eerst verkozen tot Schepen van Gorinchem in 1796. Dit werd men in Gorinchem slechts voor een jaar. In 1803 werd de Raad der Gemeente opgericht, waarin Nicolaas Wilhelmus zitting nam tot 1808. Hierna kreeg hij zitting in het vroedschap tot 1816. In dat jaar werd hij wederom raadslid. Vanaf 1817 mocht hij het ambtsketen van burgermeester dragen, helaas niet voor lang, in oktober 1818 kwam hij al te overlijden in de Westwagenstraat te Gorinchem. Burgemeester van Gorcum, Gorinchem een prachtige functie, zijn stad was echter niet enorm groot, onder zijn bewind waren er 5196 inwoners in Gorcum.

In het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie in Den Haag heeft men een scan van een portret van SARA BLOM. Men heeft geen idee waar het origineel is, evenmin is het onduidelijk waarom de scan zo vreemd is afgesneden. Het origineel is een pastel tekening gemaakt door Johan Anspach. Dit is het oudste portret van deze website, waarvan met zekerheid is vastgesteld dat dit een familielid is. Johan Anspach is overigens niet de minste, het Rijksmuseum in Amsterdam heeft stukken van Anspach, maar ook in het Stedelijk museum van Leiden en Enschede zijn zijn pastelportretten te bekijken. In de vrije markt doet een miniatuur portret van Anspach op dit moment zo'n € 4.000,=.

Nicolaas Wilhelmus voerde een eigen familiewapen, welke een variant is op het familiewapen van oom Antoni.

De overlijdensadvertentie van zijn vrouw vermeld dat zij is overleden aan een borstkwaal, terwijl dochter Jennetta overlijdt aan de gevolgen van roodvonk.

In een boekje in het archief van Gorinchem is een artikel geschreven door de heer R.F. van Dijk, genaamd "Brokkelen in de melk". Hierin wordt verhaald over een sluitsteen die in Gorinchem is gevonden in 1995, bij rioleringswerkzaamheden aan het Melkpad. De steen was voorzien van het jaartal 1846 en de letters NWB. De auteur spreekt het vermoeden uit dat de letters NWB staan voor Nicolaas Wilhelmus Blom en dat de steen na het overlijden van Blom in het bezit is gekomen van de gemeente. Deze heeft de steen een "tweede leven" gegeven door deze als sluitsteen op een brug te gebruiken. De gehele tekst van het artikel is hier terug te vinden. De steen is inmiddels in het bezit van het Gorcums museum en is bekend onder inventarisnummer 5984. Onderstaande foto's zijn beschikbaar gesteld door het eerder genoemde Gorcums museum.

             

Een ander verhaal waarin Nicolaas Wilhelmus in voorkomt is opgetekend door Gerrit van der Beek uit Bleiswijk. De heer van der Beek is ook met stamboom onderzoek bezig en heeft daarbij achtergrond informatie ingewonnen over een weesmeisje; Sophia Maria Ebersbach. Dit meisje wordt vanuit een kinderhuis in Amsterdam overgedragen aan de zorg van regent Nicolaas Wilhelmus Blom in Gorinchem. Deze voert over het genoemde meisje correspondentie. Het bijzonder aardige verhaal, inclusief fragmenten van de correspondentie kunt u nalezen op de website van de heer van der Beek.

Over zoon Abraham is het volgende bekend, hij werd Cadet op de 26e van de wintermaand (december) 1808 en trad op de 26e van de grasmaand (april) 1809 toe tot de Militaire School. Op de 27e van de herfstmaand (september) van dat zelfde jaar werd bij benoemd tot luitenant bij de lijfwachters van koning Lodewijk Napoleon. Na de opheffing van het koninkrijk Holland en de ontbinding van het corps lijfwachters is hij geplaatst geweest bij het 126e linie regiment welke de 23e september 1811 overgegaan is in het 123e regiment, waar hij op 7 april 1812 te Philippeville als sergeant diende.
Overleden in 1812 in het hospitaal van Stettin na de terugtocht van het Grote Leger uit Rusland. Deze veldtocht van Napoleon was een groot drama. Op 24 juni 1812 trok Napoleon met 422.000 man de Poolse-Russiche grens over. In dit leger zaten slechts enkele regimenten Nederlanders. Doordat de Russen er voor zorgen dat er geen voedsel aanwezig was in de veroverde gebieden, kreeg het leger van Napoleon al snel te maken met honger en veel ziekten. De paarden moesten het als eerste ontgelden, uiteindelijk bleven er slechts 100.000 mannen over die na 82 dagen Moskou (800 km verder) wisten te bereiken. In deze stad brak echter brand uit, waardoor de stad niets anders was dan een waardeloos smeulend geheel. Napoleon besloot in oktober terug te keren naar Polen, maar de temperatuur daalde al snel naar min 38 graden, dit was de genadeklap voor het resterende leger. Uiteindelijk kwamen slechts 10.000 soldaten terug van deze mislukte veldtocht, ook Abraham heeft deze tocht niet overleefd. Stettin, (ofwel Szczecinek) waar hij is overleden ligt in het noord-oosten van Polen een enorm stuk van de grens met Rusland af.

terug naar de genealogie